Op 20 mei, tijdens een onweer, sloeg de bliksem in de toren. De spits stortte in en de kerk brandde uit. Het vuur was tot 10 kilometer in de omtrek te zien. De Venlose brandweer kwam helpen blussen – per trein.
Van het enorme beeld bleven alleen een been en een hand over, beide half-gesmolten. De kerk werd herbouwd en kreeg een nieuw Christoffelbeeld, dat werd bezongen in het Roermondse volkslied: ‘Waar ’t gouden beeld in ’t zonlicht staat ... hoera, daar ligt mijn vaderstad, mijn oud en trouw Roermond!’ Maar deze nieuwe Christoffel sneuvelde al vrij gauw in een storm.
Pas in 1957 kreeg de toren het huidige gouden beeld. De tekst van het Roermonds volkslied klopt gelukkig weer!